Leven met iemand met stressklachten

“Stel je toch niet aan ……”

Stressgerelateerde klachten verminderen niet alleen de levenskwaliteit van de patiënt zelf. Het leven van mensen in de naaste omgeving; partners, kinderen, ouders, is meestal ook geen lolletje.
Bij deze naasten kan een hele reeks aan emoties en gevoelens naar boven komen zoals machteloosheid, medelijden, onbegrip, angst, schuldgevoel, woede, verwijten.

Het is dus niet niks waar je mee te maken kunt krijgen als je partner, dochter, vader, etc. met ernstige stressklachten kampt.
Wat kan er zo al aan de hand zijn? Laten we even doen alsof het om uw mannelijke partner gaat, maar het kan net zo goed iemand anders uit uw gezin zijn.

Als hij drie keer per dag een schoon shirt aantrekt omdat het vorige doorweekt is, terwijl hij zich amper bewogen heeft, raakt de wasmand snel vol. U kunt dat waarschijnlijk nog wel afdoen als een praktisch probleem.

Het wordt al anders als hij maar voor zich uit zit te staren, overal van schrikt, niet meer uit de stoel komt, op een eenvoudige vraag reageert alsof hij met een onoverkomelijk probleem wordt geconfronteerd, drie keer in een uur zijn hartslag opmeet, niet meer de deur uit wil (of durft), steeds met zijn hand op zijn borst zit, vaak opeens moet huilen of juist alleen maar wezenloos voor zich uitstaart, woede-uitbarstingen heeft, begint te trillen als je over zijn werk begint, voorturend alles vergeet.

Hij is dan niet het zonnetje in huis en u krijgt daar ook wat van mee, of u nu wilt of niet. In de praktijk blijken mensen daar heel verschillend op te reageren, variërend van “stel je niet aan” tot intens medelijden en de patiënt in alles ontzien. Met deze uiterste vormen van er mee omgaan helpt u echter noch uzelf noch de patiënt.

Ik bespreek kort een paar van de gevoelens waar u mee te maken kunt krijgen en daarna geef ik een paar ideeën over wat u doorgaans beter kunt doen en laten.

Valkuilen

Onbegrip

Het klinkt wat tegenstrijdig, maar er valt ergens wel wat begrip op te brengen voor iemand die geen begrip heeft voor een stresspatiënt. Het is namelijk ontzettend moeilijk om je voor te stellen hoe het is en bovendien: vroeger kon hij het toch ook anders? Inderdaad; vroeger wel en over een tijdje waarschijnlijk ook wel weer, maar nu dus niet. Hoewel sommige patiënten hun klachten lijken te koesteren, stellen zij zich zelden echt aan. De klachten zijn voor hen net zo reëel als wanneer je met griep in bed ligt of als je niet goed kunt lopen omdat je een gebroken been hebt. Sterke druk uitoefenen om actief te worden of om zich over de klachten heen te zetten werkt averechts. Als u dat doet, kunt u er zo goed als zeker van zijn dat u het herstel ernstig belemmert en dat u dus alleen maar langer met een patiënt zit opgezadeld.

Machteloosheid

Ook dit is een gevoel met veel tegenstrijdigheid. Als je het niet eerder hebt meegemaakt, heb je inderdaad geen idee wat je moet doen. Echter, u bent beslist niet machteloos, u kunt heel veel betekenen voor het herstel van de patiënt. Voor u is het echter net zo belangrijk als voor de patiënt om te accepteren dat dit herstel stap voor stap gaat, dat er tijd voor nodig is en dat het met ups en downs zal gaan. Om iets te kunnen betekenen, zult u zich moeten laten leiden door een perspectief op langere termijn. Dat betekent dat u in het hier en nu wel eens dingen zult moeten doen (of laten) die tegen uw gevoel ingaan of die u misschien wel zielig vindt voor de patiënt.

Medelijden

Met medelijden helpt u de patiënt niet verder want dan gaat u zich zelf ook beroerd voelen. Er wordt van u juist wat extra kracht gevraagd. Door voorturend medelijden te tonen maakt u niet alleen zichzelf minder geschikt als (broodnodige) hulpbron, maar u bevestigt ook nog eens de uitzichtloosheid van de situatie die door de patiënt ervaren wordt. Het staat een goed herstel dus in de weg.

Schuldgevoel

Ik ken u en uw situatie niet, maar ik weet wel dat een schuldgevoel zelden of nooit echt op zijn plaats is. U kunt zich afvragen of u mede oorzaak bent van de situatie waar uw partner in terecht is gekomen, u kunt zich afvragen of het allemaal niet te vermijden was geweest als u dingen anders had gedaan. Waarschijnlijk niet! De klachten van uw partner zijn niet veroorzaakt door één persoon of één situatie. Zij zijn het gevolg van een opeenstapeling van dingen. Zoals ik hierboven al stelde, kunt u wel een heel belangrijke rol spelen bij het herstel van uw partner en dus bij het herstel van de situatie in huis. U hebt er dus veel meer aan om zich daar op te richten.

Angst

Een heel begrijpelijke emotie. Angst voor hoe het met uw partner zal gaan, of het wel weer goed zal komen, angst voor financiële en maatschappelijke problemen, angst voor hoe het verder zal gaan met uzelf en het gezin. Het is echter belangrijk dat angst geen belemmering wordt om de juiste dingen te doen.
Angst weerhoudt ons er van dingen te doen die mogelijk slecht voor ons zijn, maar is lang niet altijd terecht. Soms is het beter dingen te doen die verkeerd aanvoelen.
Wanneer u zich niet over dit soort angsten heen kunt zetten, doet u er goed aan professionele hulp te zoeken. Een psycholoog kan u vaak in een paar sessies al heel wat bagage meegeven om hier mee om te gaan.

Verwijten

Ik zie geregeld dat partners de patiënt inwrijven dat hij er zelf de schuld van is dat hij in deze situatie terecht is gekomen. Dan had hij zich maar niet zo druk moeten maken, niet zo hard moeten werken, niet zo moeten ‘binnenvetten’, gezonder moeten eten, meer moeten ontspannen, et cetera. Dat is wijsheid achteraf waar we meestal niet echt verder mee komen.

Nu kun je wel zeggen dat de patiënt, door zijn manier van leven, zelf heeft bijgedragen aan de situatie, maar het ligt toch iets ingewikkelder. Om te beginnen is de veerkracht van ons stresssysteem (voor een deel) biologisch bepaald. Voor een stuk krijg je dat gewoon mee bij je geboorte, maar deze biologische kant wordt ook later nog beïnvloed. Als een kind bijvoorbeeld een ouder verliest en vervolgens geen goede hechting kan aangaan met de andere, of een vervangende, ouder, krijgt zijn stresssysteem een stevige opdonder die levenslang effect kan hebben. Argumenten als “het is al zo lang geleden”, gaan niet op.

Verder is het zo dat we als kind al aanleren hoe we het best kunnen handelen in allerlei situaties. Daar doen we over het algemeen ons voordeel mee, maar het gaat ook wel vaak mis. Niet alle strategieën, waar we als kind het meest bij gebaat waren, zijn in het latere leven ook nog geschikt. Maar heb dat maar eens door; dat ontdek je meestal pas als het misgaat. Immers, je bent nu eenmaal toch zo, of niet? Nou, dat is dus helemaal niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.

Wat dan wel?

Ik heb al een paar dingen genoemd, waarmee u de patiënt niet verder helpt; waar onder druk uitoefenen, medelijden, tobben over uw eigen schuld, verwijten maken.

Waar u de patiënt – en dus ook uzelf – wel mee helpt is om te beginnen begrip tonen. Dat houdt in dat u hem laat merken dat u begrijpt dat het niet goed met hem is en dat hij niet de dingen kan doen die hij zou willen, dat u accepteert dat zijn klachten reëel zijn. Maar: pas op! Begrip tonen is dus niet hetzelfde als medelijden, want dan neemt u het lijden eigenlijk een beetje over en dat is niet de bedoeling.

Verder is het van belang dat u hem probeert te activeren in het juiste tempo. Als hij niet uit de stoel te krijgen is, kunt u samen eens stukje gaan lopen. Tien minuten per dag kan al veel verschil maken. De drempel om samen te gaan is een stuk lager dan om alleen te gaan (dat komt op een gegeven moment wel). Het kan echter ook betekenen dat u hem juist wat afremt. Als hij zich een dag wat beter voelt en zich dan een uur gaat afbeulen in de sportschool, heb je kans dat dat best lukt. Hij zal dat over het algemeen de volgende dag flink moeten bezuren (een kwestie van stresshormonen). In zo’n geval kunt u hem dus beter afremmen en als tussenoplossing bijvoorbeeld samen een uur gaan wandelen.

Het is geen geringe opgave, maar het is vaak te doen en het werpt vroeger of later beslist zijn vruchten af. Ondanks dat u als partner of gezinslid veel positiefs kunt doen, raad ik toch met klem aan deskundige hulp te zoeken, hoe eerder hoe beter.

Waar u hem ook een dienst mee bewijst – in ieder geval op langere termijn – is voortdurend te kijken wat hij wel en niet aankan en een inspanning van hem te vragen die daar bij past. Als dat een sterke stressreactie oproept, doet u weer een stapje terug en gaat u het weer langzaam opbouwen. Laat zien dat u kleine prestaties waardeert en respecteert en blijf voor ogen houden dat u samen er aan werkt en dat u er vertrouwen in heeft. Dat geldt ook voor werken. Als iemand er helemaal doorheen zit, is werken meestal geen optie. Te lang thuis zitten kan op een gegeven moment echter ook helemaal verkeerd uitpakken en een probleem op zich gaan vormen. Dus: zodra het enigszins kan plannen gaan maken om stap voor stap weer aan het werk te gaan en deze stappen in het juiste tempo ook uitvoeren.

Leren positief te denken is misschien wel een van de belangrijkste dingen. Dat betekent niet net doen alsof er niets aan de hand is. Dat betekent wel mogelijkheden voor verbetering kunnen zien. Dat bereik je niet met opmerkingen als “denk nou niet zo negatief” of “het komt wel weer goed hoor”. Je schiet er meer mee op door bijvoorbeeld te vragen waarom hij zich zo rot voelt of waarom hij zo tegen bepaalde dingen opziet, wat hij daar bij voelt.
Maar pas op: verwacht nu niet meteen een logische verklaring die u ook tevreden stelt. Wat er met hem aan de hand is heeft namelijk bitter weinig met logica te maken.

Op deze manier kost het wat meer inspanning en het gaat niet altijd meteen goed, maar je slaat er wel de goede weg mee in. Vervolgens kun je hem dan helpen te kijken of er ook argumenten zijn om het van een andere kant te bekijken. Ook nu weer: niet “Je ziet het verkeerd” zeggen, maar hem helpen zelf een andere insteek te ontdekken.

Besluit

In het bovenstaande heb ik enkele belangrijke aandachtspunten aangestipt, maar het is natuurlijk niet compleet. Dit stukje is niet bedoeld als handleiding, maar hooguit om u over wat dingen aan het denken te zetten. Partners kunnen ook zelf een consult aanvragen om diepgaander te bespreken wat ze het beste wel en niet kunnen doen en om meer inzicht te krijgen in wat er met hun geliefde aan de hand is.